Busdienst Meussen 1956

 

Deze onderneming verzorgt de belangen van een gebied gelegen tussen Maastricht langs de Maas tot Eysden, de Belgische grens tot Slenaken, van daar tot Gulpen en ten zuiden van de rijksweg weer naar Maastricht. De onderneming heeft maar een eigenaar, de heer A. Meussen, de oprichter van het bedrijf. Hiermee werd aangevangen in April 1925. Men had toen alleen te maken met een oude wet omtrent 1880 voor openbare middelen van vervoer. Wie een dienst wilde ondernemen, behoefde deze slechts 8 dagen van te voren aan te kondigen en was, ook voor opheffing, aan een zelfde korte termijn gebonden. Het nieuwe reglement van 1927 omtrent personenvervoer, kortweg de R.A.P. genoemd, bracht hierin verandering; er waren voortaan concessies nodig. De fa. Meussen verkreeg, zonder te veel moeite of strijd, de vergunning om Maastricht—Eysden, over de grote weg: Heer, Gronsveld, Ryckholt te rijden.

Foto: ..Graas". Maastricht

Eén der bussen van de firma Meussen

  

Veel wederwaardigheden beleefde het bedrijf niet tot het uitbreken van deoorlog ook hier allerlei misère bracht. Alle vier de bussen plus de chauffeurs werden door de Duitsers gevorderd. Aangezien niet terstond bleek dat ook voor oorlogsdoeleinden tot in Noord- Frankrijk moest gereden worden, voldeed men, om de bussen in handen te houden, aan dit bevel. Men bleef dus bij de bussen en mocht deze, toen ze gemist konden worden, ook weer terugbrengen. De dienst kon dus, in de oorlogsjaren vrij goed doorgaan met drie bussen, de vierde werd intussen definitief gevorderd. Bij de be­vrijding namen de Duitsers de twee beste wagens mee. Hiervan kwam er een later uit Duitsland terug. In 1946 vond men deze na lang speuren in een dump te Hamburg, motor stuk, zonder

 

ruiten en geel-zwart geverfd. Inmiddels had men van het Rijks- directoraat motor-voertuigen een ander wrak opgediept, en van de Rijksverkeersinspectie nog een, die voor de repatriëring had dienst gedaan, toegewezen gekregen. De lijndienst kon evenwel niet ter­stond hervat worden, omdat men, evenals andere bedrijven, per­soneel voor de mijnen had te vervoeren.

November 1945 mocht men op Noorbeek beginnen te rijden, waar een Rijksduitser een lijntje had geëxploiteerd. Maastricht—Eysden moest wachten, omdat op dit traject toch, en wel terstond na de bevrijding, treinverkeer was hervat. Begin 1946 kon de oude route weer hernomen worden. 1951 bracht verdubbeling van de ver­binding Maastricht—Eysden doordat men nu ook over Heugem-Oost daarheen kon en verder naar Visé. Er ontstonden voorts nog enkele kleinere verbindingen, zodat de firma nu vier lijnen exploi­teert :

Maastricht—Heer—Gronsveld—Eysden.

Maastricht—Eysden—Visé.

M'tricht—Gronsveld—St.  Geertruid—Mheer—Banholt—Noorbeek.

M'tricht—Reymerstock—Slenaken—Noorbeek—Gulpen.

Op Eysden gaan per dag, heen-en-weer, 30 diensten. Op Visé 19. Op Noorbeek 12. Op Slenaken 10. Over Noorbeek—Gulpen 4. Het bedrijf wordt onderhouden met 11 bussen en-15 man personeel. Het vervoert circa 750.000 reizigers op 500.000 kilometer per jaar. Autobussendienst fa. A. Meussen kan ook in hoge mate toeristische belangen dienen, want het ontsluit een flink deel van Nederlands bergland. De lijn Maastricht—Eysden blijft wel in het Maasdal, doch voert naar het dorp Eysden met zijn fraai, historisch kasteel, naar mooie landschappen aan de rivier en — in het voorjaar -naar de bloeiende kersenbongerden.

St. Geertruid, Mheer, Noorbeek, Slenaken, Gulpen. Welke natuur- minnaar of toerist denkt, die namen horende, niet aan het verruk­kelijke heuvelland, dat zo waardig aansluit aan dat andere deel van dit paradijselijk gebied gevormd door de streek van Epen. Eys, Wahlwiller, Vijlen, Vaals! We zijn hier in de dalen van Gulp en Geul in de uitlopers van Eifel en Ardennen. Hier is Nederland geen laagland meer; hier treft u het uitheemse, het andere, tot in de volkstaal toe. Enkele interessante kastelen trekken meteen deze aandacht a/s Gronsveld, Ryckholt Oost, Eysden, Mheer en Gulpen. Al wordt de streek meer en meer door toeristen bezocht, het ka­rakter ervan is toch nog niet aangetast door het al te mondaine, door smakeloze optrekjes e.d. Men kan er nog zo echt buiten zijn, dwalen over weinig betreden paden,  door  bossen tegen  heuvel- flanken, genieten van mooie vergezichten. Voor oudheidkundigen is het wellicht van belang te weten dat in de bossen van St. Geer­truid en Ryckholt nog overblijfselen voorkomen van de praehi~ torische ateliers, waar men, lang voor deze tijdrekening, wapens en huisraad vervaardigde uit vuursteen der naaste omgeving.

 

Bron: de Nederlandse streekvervoerbedrijven met hun tramwegen en autobudiensten alsmede hun toerwagenbedrijven.1956     pag 131.