nr 20 30 september 2018

Galopia

Heemkunde vereniging Gulpen

september 2018, uitgave 20

Samenvatting

 

 

VELDNAMEN

In onze gemeentearchieven komen we heel veel buurt- en veldnamen tegen. Een speurtocht hierin leverde meer dan duizend veldnamen op. Van bijna alle namen kunnen we niet achterhalen waarom deze naam verbonden is aan een bepaald stuk land. Maar bij het bestuderen van de geschiedenis van ons woongebied ontdekken we steeds meer namen die we wel kunnen verklaren. Zoals, ‘spelteberg’. Spelt was het graan voor arme mensen. De grond is niet geschikt voor het verbouwen van graan. Aan de andere kant van ons dorp heet een wijk ‘Rijkerveld” net het tegenovergestelde een vruchtbare grond. Beide namen komen we tegen bij de buurtnamen in ons dorp. Maar duizenden namen werden in die tijd gebruikt toen nog geen officieel kadaster was en toch de ligging moest worden beschreven. En dat ging als volgt: “Het land grenst bij zonopgang aan . . . bij zonmidden aan . . . . . en bij zonsondergang aan. . . Maar het is nu bij de meeste veldnamen die gebruikt werden niet meer na te gaan waar het precies is geweest.

Eén bekende veldnaam is ruim beschreven in onderdeel van het periodiek, n.l. “Aan het Veld”. Vermoedelijk een wijk waar het woongedeelte van het dorp overging in veld. Een grote serie foto’s staan afgedrukt over deze wijk in Gulpen waar echter niets meer van over is. Maar bij het zien worden vanzelf door de lezer verhalen toegevoegd aan de foto’s. Onze wandelvereniging heeft deze naam gebruikt: De Veldlopers. Logisch als je gaat wandelen ga je tot daar waar het dorp eindigt en het veld begint.

Velen van ons bezochten daar ook de ‘jongensschool’. Dronken water aan het “pompje” dat op de rand van de Gulp was aangebracht. Water dat vermoedelijk kwam vanuit de tuin van het kasteel Neubourg waar ‘warmwaterbronnen’ zijn. Warmwater in die zin dat het water zo warm is dat het in de winter niet bevriest. Niet bevestigde vermoedens zeggen dat dit in het verleden het brouwwater voor de brouwerij is geweest de buis loopt vlak langs de brouwerij. Na schooltijd liepen we door het Löfke naar huis ook al was het er erg smal, je kon zo maar in de Gulp vallen wat vermoedelijk ook velen is overkomen. Wat verdween en wat staat er nu nog? Er staan een aantal foto’s die antwoord geven op deze vraag.

 

CAFÉ DE TRÈPKES.

Natuurlijk elk dorp had vroeger zijn bekende cafés, ook in Gulpen waren en velen. Een speciaal verhaal over één van deze plezierkamers waar bijeen werd gekomen na een groot aantal werkuren. Slechts enkele van deze generatie bezocht de middelbare school. De geboortegolf die na de Tweedewereldoorlog plaatsvond moest er voor zorgen dat het land waarin de industrie grotendeels was stilgelegd door de oorlog, weer werd opgebouwd. De lonen stegen. Dit zorgde ervoor dat  meerdere alcohol verkopende zaken rendabel werden. Er waren er enkele bij die als een huiskamer werden ingericht en waar niet alleen de jeugd zich thuis voelde. Eén voorbeeld van deze vermakelijkheidsverblijven was ”Café de Trepkes” dat in oktober 1963 geopend werd door Jef en Maria Krans. Om verenigingen ‘uit te nodigen’ stond ook hier een ‘voetbalspel’. Competities werden er afgewerkt. Kaartspelen waarbij het meestal ging dat de winnaar ‘een biertje’ verdiende. En hij richtte ook het café in als een huiskamer door er o.a een bankstel in te plaatsen. Je moest je immers thuis voelen, des te langer de ‘klanten’ bleven hoe meer de kassa werd gevuld. Er vormde zich clubs waar ook de uitbater aan meewerkte zoals de “POTTENCLUB”. In het café hing van iedere vaste klant een “pull”. (Een stenen kruik met minstens één liter inhoud) Als de bezoeker verjaardag had werd deze kruik gevuld met geestverruimende vloeistof. (bier) De jarige kon dan zijn eerste dorstgevoel lessen.

In de weekenden werden er dansgelegenheden bezocht. Dit werd meestal al in de week, voorafgaande aan afgesproken. Dan werd ook uitgezocht waar en wanneer bekende orkesten optraden.

Naast deze café werd een frituur geopend, de frituur Krans. Dorst en honger konden op enkele vierkante meter worden bevredigd. Dans en party’s werden georganiseerd, kampioenschappen ontstonden. Met carnaval waren het groepen die wagens versierden en op carnavalszondag door het dorp trokken. Tijdens deze tocht ontstond dorst maar daar was van te voren al vanuit gegaan en ter voorkoming van ‘dorstlijden’ werden ‘enkele’ kisten dorstlesser’ op de wagens meegenomen. Het verhoogde de blijdschap.

Bij het artikel zijn foto’s geplaatst waar nog door de iets oudere Gulpenaren een verhaal bij verteld kan worden dat meestal begint met, “wètste nog?!!” en eindigt met een geestverruimend glas gerstenat.  

 

MOORD OF ONGELUK?

Het zal vele lezers verbazen dat Gulpen van 1830 tot 1839 deel uitmaakte van het Koninkrijk België, net als Limburg met uitzondering van Maastricht. De toenmalige overgang vond zonder geweld plaats. Wel kregen we een nieuwe burgemeester, Jan Michiel Smeets, en de helft van de gemeenteraad werd vervangen. Jean Michel, zoals hij ook werd genoemd was toen pas 23 jaar oud en de zoon van Laurentius Smeets die in 1825 de Gulpener Bierbrouwerij oprichtte.

Tijdens deze ‘Belgische tijd’ was godsdienst een bron van meningsverschillen waarin een protestantse minderheid de hoofdrol speelde. Daar kwam in de Belgische tijd een einde aan. Jan Michel Smeets, die jarenlang tegen deze kleine protestantse gemeenschap ageerde, speelde daarin een grote rol. Met name van 1833 tot 1836 ging het meningsverschil over de predikantswoning, die door de dominee werd bewoond, maar door de katholieken kerk werd opgeëist.

Er werden zelf hooggeplaatste heren o.a. de Belgische Koning en de Nederlandse autoriteiten bij dit conflict, dat Simultaneum werd genoemd, betrokken.

Op 31 augustus 1834 werd Jan Bernard Vrijthoff, door Brigadier Buysen doodgeschoten. Deze 23 jarige Jan Bernard was enig kind van Leonard Bernard Adriaan Vrijthoff, die in de Franse tijd belastinginspecteur, lid van de gemeenteraad en vredesrechter was in Gulpen. De dader had steeds beweerd dat het een ongeluk was geweest. Hij kreeg drie maanden gevangenisstraf en een boete van 50 frank.

Het godsdienstig conflict werd uiteindelijk opgelost door de protestantse gemeenschap een stuk grond te schenken waarop zij een eigen kerk konden bouwen. Ook in Gulpen werd een Leopoldskerkje gebouwd.

Het in 1838 erkende vredesverdrag door koning Willem I leidde ertoe dat de Provincie Limburg gesplitst zou worden in een Belgisch en een Nederlands deel met de Maas als grens met uitzondering van Maastricht dat Nederlands bleef.

De pro-Belgische burgemeester Jan Michiel Smeets werd op 14 januari 1839 vervangen door raadslid Joannes Bruels. Smeets werd wel tot vredesrechter benoemd.

Waar precies gebeurde dit drama in Gulpen?

Door nader onderzoek werd duidelijk waar deze schietpartij plaatsvond. De kazerne van waaruit geschoten is was op de plaats waar nu de Kantonhof is. Dit “gemeentehuis “ was in de Dorpsstraat, dus daar was ook de kazerne/woonplaats voor de marechaussees. Uit nader onderzoek blijkt dat de door een kogel getroffen Vrijthoff op bezoek was bij de weduwe Johanna Lucretia of bij zoon Johan Pieter. Op het minuutplan/plattegrond is te zien dat dit toenertijd was tussen de huidige Padock en bar Galouppe. Dit verhaal tot in details uitgewerkt is te lezen in ons 20ste periodiek.  

 

BURGERWACHT IN GULPEN.

Op 7 maart 1920 was er een bijzondere dag voor de Burgerwacht in Reijmerstok-Gulpen, de jaarvergadering vond plaats. In de notulen van deze vergadering is te lezen dat werd besloten om op 4 juli een toernooi te houden voor Burgerwachten.

In die tijd, 1920 speelde de Burgerwacht een belangrijke rol. Het was vlak na de Eerste Wereldoorlog. In de omliggende landen was veel onrust. De reden waarom in veel plaatsen een Burgerwacht ontstond.

In april 1920 werd besloten tot het oprichten van een Federatie van Burgerwachten. Deze Federatie bestond uit vendels van de gemeente Gulpen, Wijlré, Vaals, Wittem, Slenaken en Noorbeek. Een vliegend vendel bezat ook fietsen waardoor zij indien nodig snel ter plaatse waren,.

In 1920 werd een schiettoernooi georganiseerd. Ze bezaten wapens dus ze moesten ook de schietkunst machtig zijn. Reijmerstok was een klasse apart. Te oordelen naar het aantal medailles dat op een foto te zien is. Het ging zo ver dat er verenigingen waren die niet op toernooien kwamen opdagen als ‘die van Reijmerstok’ mee deden.   

Er is een groot aantal gegevens bewaard gebleven in het gemeentearchief van Gulpen dat wordt bewaard in Heerlen bij Rijckheyt. Er is in te lezen hoeveel geweren en het onderhoud ervan en het aantal patronen dat ze ter beschikking kregen gesteld. In Gulpen zijn op 11 november 1921, 37 gewapende leden. In dit onderdeel van periodiek nr. 20 staan een aantal namen van de leden van de Burgerwacht vermeld. Maar geleidelijk aan neemt het aantal leden af totdat de ontwapeningconferentie in 1932 in Genève plaatsvindt. Het vertrouwen is binnen de Burgerwacht niet zo groot en neemt het aantal leden weer sterk toe. In maart 1936 wordt in het Patronaat in Gulpen een bijeenkomst gehouden onder leiding van Burgemeester Prick. Diverse hoogwaardigheidsbekleders probeerden de aanwezigen ervan te overtuigen van de belangrijkheid van de Burgerwacht. Op deze bijeenkomst werden ook de prijzen uitgereikt van de schietwedstrijden. De namen staan in het periodiek vermeld.

In 1938 werden opnieuw wedstrijden gehouden, Velen namen deel. Het prachtige park van Graaf R. de Marchant et d’Ansembourg te Neubourg werd al feestweide gebruikt. Het geheel werd opgeluisterd door de harmonie van Gulpen. Vanaf de markt in Gulpen werd vertrokken. De deelnemende verenigingen worden genoemd. Het kasteel Neubourg werd in die tijd vaker opengesteld voor activiteiten. In 1938 werd op de binnenplaats van het kasteel, een Maria-Wagenspel met de naam “De Piëta” van Pater Jac. Schreurs opgevoerd.

Op deze feestavond werd de voorzitter van de Burgerwacht Gulpen, de Heer H. Franck, gedecoreerd met het Kruis van Verdiensten.

 

MAZELEN.

In de Nieuwe Koerier o.a. wordt op zaterdag 30 november 1907 vermeld: De mazelen heerschen in het algemeen. De scholen zijn bijna ontvolkt, door het aantal ziektegevallen. En erger is, vele kinderen sterven er aan. Zelfs onrustbarend groot is het getal sterfgevallen.”

In 1976 is het algemeen inenten tegen mazelen ingevoerd maar daarna wordt deze kinderziekte nog beschouwd als een zeer hinderlijke besmettelijke en best wel gevaarlijke ziekte.

Vandaag de dag is op internet veel over deze ziekte te lezen. Ook in dit onderdeel van ons 20ste periodiek is beschrijving opgenomen.

In het bevolkingsregister is te lezen hoeveel kinderen overleden ten gevolge van deze ernstige ziekte. Deze gegevens zijn in een overzicht overgenomen en geplaatst in ons periodiek. 

In gezinnen stierven vaak kort achterelkaar meerdere kinderen. Namen zijn opgezocht van deze gezinnen en vermeld in ons periodiek. In een overzicht zijn de namen van de overledenen, de datum, hun leeftijd en hun vader en moeder opgenomen.

 

FRITURE AN EN PIET.

Zij kwamen oorspronkelijk uit Hoensbroek en Piet zijn ‘loopbaan’ was bij Dré Austen in hotel de Oude Geul als kelner. In dit hotel kwamen toen de elite van Gulpen om o.a. van gedachten te wisselen. Piet kreeg het advies om de frituur van Reichman in het pand van familie Fouarge over te nemen.  “An en Piet “ namen deze over in 1963. Piet bleef zijn werk uitvoeren bij de oude Geul en werkten in zijn vrije uren in de frituur. Na drie jaar wilden zij de zaak kopen. Maar tegen hun over was Dré Austen een frituur begonnen. Na een ‘woordenwisseling’ kwamen An en Piet en Dré Austen tot een akkoord en kochten de zaak van Dré. Op dat moment hadden ze twee zaken. Maar dat was te veel van het goede en zij besloten één zaak te sluiten. Maar weer na een tijdje kochten zij het VVV-kantoor en verbouwden dat tot een goed lopend cafetaria. Triest, zijn dochter Mieke overleed in 1978 en zijn vrouw in 1997. Een medewerker Paul Abels, die al 20 jaar in zijn zaak werkte nam de zaak over.

Piet genoot van het leven met name van sportevenementen. Vele foto’s sieren dit onderdeel.

 

WIE WEET NOG WAAR.

Dit verhaal is uit een wandelgids van meer dan 100 jaar geleden. Toen Gulpen 2700 inwoners had. In dit boekje staan heel veel advertenties. In onze periodieken staan ook de advertenties van onze sponsoren. We nemen die op om onze periodieken zo goedkoop mogelijk aan onze lezers te kunnen verkopen. Hieruit blijkt dat Gulpen een streekcentrum is. Een pentekening die in dit artikel is opgenomen toont dat Gulpen toen uit een kleine “kom” bestond. Bij de gemeente hoorde toen het Rectoraat Reijmerstok en de gehuchten: Ingber, Euverum, Pesaken, De Del, Berghem, Crapoel, Landsraad en de Bek. Maar de advertenties trekken de aandacht in dit onderdeel van ons periodiek.

Om enkele voorbeelden te noemen: Hotel “DE KROON” Cafe-Billard-Restaurant, flinke veranda met schoone uitzichten. Heilgynastiek, ondergetekende beveelt zich beleefd aan voor het masseeren, hetwelk wordt toegepast op rheumatiek, jicht, ontwrichting, verstuiking, verstijving, verlamming, podagra (pootje). Firma Smeets, Gulpen, Gulpener Stoombierbrouwerij, Mouterij, Distilleerderij en azijnfabriek, Wit, Oud en Versche Bieren, Schiedammer, Jenever en likeuren. Spritwijn en andere Azijn. Alle soorten: Duitsche- en lange tabakpijpen, sigarenpijpjes, schoolransels, zakmesjes, scharen, kurketrekkers, scheer-, brood, en andere keukenmessen te koop bij: J. Alberts – De Wever, Gulpen.

Dit zijn slecht een paar voorbeelden, in het periodiek staan nog meerderen opgenomen.

 

FRANCISCUS HUIJNEN

‘DODELIJK ONGELUK’

Een verhaal van onze ‘collega’s’ uit Margraten. Eén leuk verhaal over een Gulpenaar. Mevrouw Yolanda Loo-Bessems schreef het maar enige aanpassingen en aanvullingen werden gebruikt om het op Gulpen toe te spitsen. Vanuit Margaten richting Maastricht staat een stenen kruis in de berm. Achter veel van dit soort kruisen zit een verhaal. En het is heel goed dat de geschiedenis middels inkt aan papier wordt verbonden in de vorm van het verhaal dat er achter steekt en voor de toekomstige generatie bewaart blijft.

De tekst bij het kruis die nog nauwelijks leesbaar is, is:”Bid tot troost der ziel van Franciscus Huinen hier dood gebleven in den jeugdigen ouderdom van 17 jaren den 25 juni 1858” Franciscus was afkomstig uit Gulpen en was het derde kind van Joannes Wilhelmus Huijnen en Anna Catharina Mobers.

Hoe precies Frans verongelukte is niet achterhaald. Frans vertrok vroeg van huis met kar en paard richting Maastricht. Zijn reis voorliep voorspoedig. Toen Frans Margraten verlaten had ging het mis. wat er precies is gebeurd kan niemand vertellen maar om acht uur ’s ochtends vonden twee Margratense landbouwers Frans dood onder de wielen van zijn kar.

Dat de dood van Frans een grote indruk heeft nagelaten, mag duidelijk zijn. Niet lang na zijn overlijden is het kruis op de plaats van onheil geplaatst.

Het kruis heeft altijd zo’n 100 meter achter de kruising Dobbelsteinstraat en de Provinciale weg gestaan. Altijd aan de linkerzijde van de weg. In 1993 vond er een reconstructie van de Rijksweg plaats en kreeg ook het fietspad een opknapbeurt. Het kruis kreeg van de Stichting Kruisen en Kapellen een flinke opknapbeurt en werd ongeveer 50 meter verderop op de huidige locatie geplaatst. Vlak na de plaatsing werd het kruis door vandalen met zwarte stift beklad en moest het kruis helaas weer opnieuw worden opgeknapt.

Nu staat het kruis al enkele jaren op zijn nieuwe plek en trekt nog steeds de aandacht van de voorbijgangers.

En Sjir Peerboom uit Ingber weet te melden dat zijn Opa (die in die tijd leefde) vertelde dat de hond van Franciscus Huijnen steeds naar zijn baasje op zoek ging op de plaats van het ongeluk op de rijksweg in Margraten.  

 

Tot zover een korte versie van de verhalen die zijn opgenomen in ons 20ste periodiek. Alle twintig periodieken hebben wij in voorraad in ons archief. Wilt U genieten van het verhaal in uitgebreide vorm op onze web-site staan de adressen van onze bestuursleden. Zij kunnen U deze leveren. Elk periodiek voor de prijs van € 2.50.