Kasteel Rosendaal
- Gegevens
- Hits: 2458
Uit: Kastelen in Limburg, burchten en landhuizen (1000 – 1800)
ROSENDAAL.
Rosendaal lag ten zuiden van Gulpen in het gehucht Pesaken, een lintbebouwing op de rechtervoet van de Gulp aan de voet van de Heuvelrug. Aan de overzijde van het riviertje ligt het huis Groenendaal. De precieze ligging van Rosendaal is niet meer vast te stellen, maar wanneer het grachten had is een ligging tussen de beek en de weg waarschijnlijk. De zeventiende-eeuwse besloten hoeve Wachtendonk, die in de literatuur vaak als een edelmanshuis is aangeduid, was mogelijk een voortzetting van Rosendaal.
Eigendoms- en bewoningsgeschiedenis.
Het goed met de karakteristieke, op het ‘buitenleven’ geïnspireerde naam Rosendaal was een laathof. In de veertiende en de vijftiende eeuw was deze eigendom van de familie Van Tzievel, die destijds in het zuiden van Limburg wijdvertakt was. Waarschijnlijk huwde Willem van Tzievel in de eerste helft van de vijftiende eeuw met een erfdochter van het huis Goedenrade in Eijs, want in 1454 werd zijn zoon Hendrik ook wel “Hendrik van den Goedenrade genaamd van Rosendaal” genoemd. Hij was vermoedelijk gehuwd met Catharina van Reijmerstok en het is aannemelijk dat zij Rosendaal bezaten. Ze hadden een zoon Hendrik en een dochter Maria, die trouwde met Johan van Linzenich tot Dürboslar. Zij zal het goed hebben geërfd, aangezien Rosendaal in 1616 en 1628 bewoond werd door jonker Andries van Linzenich. Na hem waren zijn broer Jan Andries en zijn erfopvolgers de eigenaren. In de literatuur is wel gesteld dat de zeventiende-eeuwse hoeve Wachtendonk de voortzetting was van Rosendaal.
Bouwgeschiedenis.
Over de verschijningsvorm van Rosendaal kan weinig worden gezegd. In 1471 werd het goed omschreven als de “hoeff”, hetgeen zeker niet op een kasteelachtig gebouw wijst. De naam is niet ongebruikelijk voor buitenplaatsen in een aantrekkelijke omgeving. Gezien de typische buitenplaatsnaam was het element “vertoeven” mogelijk belangrijker dan het element “wonen”.